meten (afmeting hebben)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Het embryo meet dan drie centimeter.

De cellen meten 15 bij 15 cm en hebben een totaal oppervlak van 785 m2.

Het originele doek moet wellicht 1,64 meter bij 1,40 meter gemeten hebben [...].

Ze meet nu 1.79 meter.

Ze meten 100 à 200 meter in doorsnee.

Waarom meet deze toren geen hoogte van 2001 voet [...]?

Hij meet zo te zien niet veel meer dan 1 meter.

Honderd jaar later mat de doorsnee rekruut 178 centimeter.

Hij meet 600 vierkante meter en krijgt een hoogte van vijf meter.

Gemiddeld meet hij zo'n 50cm tot maximaal 70cm.

De dwergbacteriën meten ongeveer een tienduizendste millimeter.

[...] op de website van Bioshape stond dat de proefplantage 350 hectare zou meten [...].

Zo mag een scheurtje maximaal acht millimeter meten.

Ze meten maximaal negen bij vier meter, vertelt de directeur.

In recentere onderzoeken meten de grootste walvishaaien zo'n 12,5 meter.

De bijgebouwen meten 26,86 meter bij 7,13 meter en staan in agrarisch waardevol gebied.

De scheurtjes meten gemiddeld geen 12, maar 15,5 millimeter [...].

De huidige wedstrijdring meet 7x7 meter, gemeten aan de randen.

De nieuwe topmodellen meten allemaal zo'n 5 inch (12,5 cm) doorsnede.

Het boek meet 40 bij 50 centimeter, telt 608 bladzijden en weegt 12 kilogram.

Ze meten ongeveer 170m2 en zijn volledig demontabel.

Officieel meten ze 2x2x2 cm.

Bioshape had aangekondigd dat de plantage [...] duizend hectare zou meten [...].

[...] Met zes hectare is Saalhof een van de grotere bedrijven; het gros meet minder dan een hectare [...].

Hij meet 1,94 meter, maar heeft meer controle over de bal dan andere spelers van zijn lengte.

predicatieve aanvulling

substantief

centimeter

hectare

meter

milimeter

voet

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.